opzetten - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-zet-ten
1. naar alle kanten groter en dikker worden
♢ zijn zere been is helemaal opgezet
Regelmatig werkwoord: op-zet-ten
ik zet op (... ik opzet)
jij/u zet op (... jij opzet)
hij/zij zet op (... hij opzet)
wij/zij/jullie zetten op (... wij opzetten)
ik/jij/u/hij/zij zette op (... ik opzette)
wij/zij/jullie zetten op (... wij opzetten)
hij is opgezet
de/het/een opgezette ....
Synoniemen
zwellen
Tegenstellingen
slinken
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk