Opzetten
(zette op, heeft en is opgezet), 1. overeind brengen: opgezet kinderspeelgoed' uit een Neurenberger doos; een omgevallen stoel opzetten; — (scheepst.) masten, stengen opzetten ; — de papegaai zet zijn kuif op ; — (van de rand van een kledingstuk) opslaan: de kraag opzetten; 2. ophogen, hoger maken: het opzetten van de rand va...