opgezwollen - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: op-ge-zwol-len
1. erg breed of met een grote omvang
♢ zijn enkel is helemaal opgezwollen
2. sterk overdreven
♢ je herkent hem aan zijn opgezwollen taal
Bijvoeglijk naamwoord: op-ge-zwol-len
Synoniemen
corpulent, dik, gezet, gezwollen, lijvig, opgezet, winderig, zwaarlijvig
Tegenstellingen
slank
Gepubliceerd op 14-11-2017
opgezwollen
betekenis & definitie