opgang - zelfstandig naamwoord
uitspraak: op-gang
1. steeds groter of beter worden
♢ de computer heeft de laatste twintig jaar veel opgang gemaakt
2. het omhoog komen van een hemellichaam
♢ vlak voor de opgang van de zon beginnen de vogels te zingen
3. weg die naar boven leidt
♢ zij heeft een bovenwoning met vrije opgang
Zelfstandig naamwoord: op-gang
de opgang
de opgangen
Synoniemen
groei, opkomst
Tegenstellingen
ondergang, val, verderf
Gepubliceerd op 14-11-2017
opgang
betekenis & definitie