oogsten - regelmatig werkwoord
uitspraak: oog-sten
1. producten van het land of van de boom halen
♢ de druivenoogst begint in september
1. lof, bijval oogsten
[die krijgen]
Regelmatig werkwoord: oog-sten
ik oogst
jij/u oogst
hij/zij oogst
wij/zij/jullie oogsten
ik/jij/u/hij/zij oogstte
wij/zij/jullie oogstten
hij heeft geoogst
de/het/een geoogste ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk