ontsteken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ont-ste-ken
1. het laten branden
♢ om elf uur werd het vuurwerk ontstoken
2. rood, warm en dik worden door een infectie
♢ zijn vinger is lelijk ontstoken
Onregelmatig werkwoord: ont-ste-ken
ik ontsteek
jij/u ontsteekt
hij/zij ontsteekt
wij/zij/jullie ontsteken
ik/jij/u/hij/zij ontstak
wij/zij/jullie ontstaken
hij is ontstoken
de/het/een ontstoken ....
Synoniemen
aanmaken, aansteken
Tegenstellingen
blussen, doven, uitblussen, uitdoven, uitmaken
Gepubliceerd op 14-11-2017
ontsteken
betekenis & definitie