ontdooien - regelmatig werkwoord
uitspraak: ont-dooi-en
1. van sneeuw of ijs bevrijd worden
♢ het ijs in de sloot is ontdooid
2. minder stijf of koel worden
♢ eerst deed Mathieu erg afstandelijk, maar later ontdooide hij toch
3. door verwarming ontdoen van sneeuw of ijs
♢ een diepvriesmaaltijd kun je ontdooien in de magnetron
Regelmatig werkwoord: ont-dooi-en
ik ontdooi
jij/u ontdooit
hij/zij ontdooit
wij/zij/jullie ontdooien
ik/jij/u/hij/zij ontdooide
wij/zij/jullie ontdooiden
hij heeft ontdooid
de/het/een ontdooide ....
ontdooiend, ontdooiende
Tegenstellingen
bevriezen
Gepubliceerd op 14-11-2017
ontdooien
betekenis & definitie