ongelukkig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-ge-luk-kig
1. wat ongunstige gevolgen heeft
♢ door een ongelukkig toeval zat hij in dat vliegtuig
1. een ongelukkige liefde
[die slecht afloopt]
2. zij kwam heel ongelukkig terecht
[de gevolgen waren vervelend]
3. op een ongelukkig moment
[een moment dat niet zo geschikt was]
4. een ongelukkige woordkeus
[die pijnlijk of kwetsend is voor anderen]
2. met een lichamelijk of geestelijk gebrek
♢ zij hebben een ongelukkig kind
3. voortdurend verdrietig
♢ wat kijk je ongelukkig!
4. wie geen geluk heeft
♢ Melvin is ongelukkig in de liefde
Bijvoeglijk naamwoord: on-ge-luk-kig
... is ongelukkiger dan ...
het ongelukkigst
de/het ongelukkige ...
iets ongelukkigs
Synoniemen
gehandicapt
Tegenstellingen
blij, blijmoedig, fortuinlijk, gezond, goed, opgeruimd, opgewekt, verheugd, vrolijk
Gepubliceerd op 14-11-2017
ongelukkig
betekenis & definitie