onderscheiden

betekenis & definitie

onderscheiden - regelmatig werkwoord
uitspraak: on-der-schei-den

1. met moeite kunnen zien
♢ in de mist kon ik het gebouw nauwelijks onderscheiden
2. beter zijn dan anderen
♢ deze man heeft zich in de oorlog bijzonder onderscheiden
1. iemand onderscheiden
[hem een ridderorde of prijs geven]
3. herkennen als verschillend
♢ men onderscheidt naaldbomen en loofbomen

Regelmatig werkwoord: on-der-schei-den
ik onderscheid
jij/u onderscheidt
hij/zij onderscheidt
wij/zij/jullie onderscheiden
ik/jij/u/hij/zij onderscheidde
wij/zij/jullie onderscheidden
hij heeft onderscheiden
de/het/een onderscheiden ....
onderscheidend, onderscheidende