onbekwaam - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-be-kwaam
1. wie iets niet goed kan
♢ hij is onbekwaam om voor de klas te staan
2. juridisch niet bevoegd tot handelen
♢ hij is onbekwaam om getuige te zijn
3. als je onder invloed van alcohol niet meer goed kunt staan, lopen, denken
♢ hij kan niet autorijden, hij is onbekwaam
Bijvoeglijk naamwoord: on-be-kwaam
de/het onbekwame ...
Synoniemen
beschonken, bezopen, dronken, kachel, lam, zat
Tegenstellingen
bekwaam, capabel, competent, kundig, nuchter
Gepubliceerd op 14-11-2017
onbekwaam
betekenis & definitie