netwerk - zelfstandig naamwoord
uitspraak: net-werk
1. geheel van wegen, kanalen en leidingen
♢ in het midden van het land heb je een netwerk van wegen
2. verzameling van onderling verbonden personen
♢ in dat netwerk worden veel zaken voorbesproken
Zelfstandig naamwoord: net-werk
het netwerk
de netwerken
het netwerkje
Gepubliceerd op 14-11-2017
netwerk
betekenis & definitie