neerlaten

betekenis & definitie

neerlaten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: neer-la-ten

1. naar beneden laten zakken
♢ het wordt zonnig, je moet het scherm neerlaten

Onregelmatig werkwoord: neer-la-ten
ik laat neer (... ik neerlaat)
jij/u laat neer (... jij neerlaat)
hij/zij laat neer (... hij neerlaat)
wij/zij/jullie laten neer (... wij neerlaten)
ik/jij/u/hij/zij liet neer (... ik neerliet)
wij/zij/jullie lieten neer (... wij neerlieten)
hij heeft neergelaten
de/het/een neergelaten ....
neerlatend, neerlatende