neerhangen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: neer-han-gen
1. aan een punt boven de grond vastmaken
♢ waar heb je mijn jas neergehangen?
2. naar beneden laten hangen
♢ hij loopt altijd met neerhangende schouders
Onregelmatig werkwoord: neer-han-gen
ik hang neer (... ik neerhang)
jij/u hangt neer (... jij neerhangt)
hij/zij hangt neer (... hij neerhangt)
wij/zij/jullie hangen neer (... wij neerhangen)
ik/jij/u/hij/zij hing neer (... ik neerhing)
wij/zij/jullie hingen neer (... wij neerhingen)
hij heeft neergehangen
de/het/een neergehangen ....
neerhangend, neerhangende
Synoniemen
hangen, ophangen
Gepubliceerd op 14-11-2017
neerhangen
betekenis & definitie