natuurbad - zelfstandig naamwoord
uitspraak: na-tuur-bad
1. gelegenheid voor zwemmen en zonnebaden in de vrije natuur
♢ wij zwommen vroeger in een natuurbad in de bossen
2. aangelegd openluchtzwembad in een natuurlijke omgeving
♢ er is nog steeds een natuurbad in de Westeinderplas
Zelfstandig naamwoord: na-tuur-bad
het natuurbad
de natuurbaden
het natuurbadje
Gepubliceerd op 14-11-2017
natuurbad
betekenis & definitie