naaien - regelmatig werkwoord
uitspraak: naai-en
1. nadeel bezorgen
♢ ik vertrouw hem nooit meer want hij heeft me genaaid!
2. met naald en draad vervaardigen
♢ ik heb een leuke jurk genaaid
3. met naald en draad repareren
♢ zal ik die scheur in je broek even naaien?
4. geslachtsgemeenschap hebben
♢ Heeft hij je al genaaid?
Regelmatig werkwoord: naai-en
ik naai
jij/u naait
hij/zij naait
wij/zij/jullie naaien
ik/jij/u/hij/zij naaide
wij/zij/jullie naaiden
hij heeft genaaid
de/het/een genaaide ....
naaiend, naaiende
Synoniemen
benadelen, bespringen, neuken, paren, tokkelen, vrijen, wippen
Gepubliceerd op 14-11-2017
naaien
betekenis & definitie