Wat is de betekenis van naaien?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

naaien

1) (1485, nayen) (plat) geslachtsgemeenschap hebben, neuken. Endt (Bargoens Wdb.) citeert het Antwerps Liedboek (1544): "Och naeien is so goeden dinc. Al zwelt mijn buyexken niet te min. Metten nayekorf gae ick uyte." Verder ook terug te vinden in het werk van Bredero en Hooft. Het woord kreeg in de 20e eeuw meer bekendheid door een gedicht van Re...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

naaien

naaien - Werkwoord 1. (ov) het met behulp van naald en draad maken of herstellen van textiel (bijv. kleding) Zij naaide een nieuwe jurk voor zichzelf. 2. (inerg) (informeel) geslachtsgemeenschap hebben Zij lagen in die kamer te naaien. 3. (ov)...

2024-04-25
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Naaien

Naaien - ongunstig behandelen, te grazen nemen. De dubbele heeft me genaaid voor een brandpiketje. Ook in de betekenis van iemand een oor aannaaien. Een maatje naaien is een collega-soldaat erbij lappen. Zie maatjesnaaier .

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

naaien

naaien - regelmatig werkwoord uitspraak: naai-en 1. nadeel bezorgen ♢ ik vertrouw hem nooit meer want hij heeft me genaaid! 2. met naald en draad vervaardigen ♢ ik heb een leuke jurk genaaid...

2024-04-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Naaien

Een bezigheid die veel geduld en precisie vereist om een zinvol resultaat te kunnen bereiken. Naait men in een droom een lap op een kapot kledingstuk, dan zal het een of ander in de waaktoestand slechts lapwerk zijn, dat spoedig weer uit elkaar kan vallen. (Zie ook ‘Draad’, ‘Garen’, ‘Naald’, ‘Stoppen’...

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

naaien

zie moeder.

2024-04-25
Reclame woordenboek

Frans van Lier (1987)

Naaien

Bindprocédé waarbij pagina's of katernen met draad aan elkaar worden gebonden; vooral voor boeken en dikke brochures.

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

naaien

naaien - copuleren. In de 16e en 17e eeuw was de beeldspraak veelal minder versleten dan thans (vgl. voor het met naaien samenhangende complex o.a. kousen breien, lappen, stoppen, naald). Op een Hoer, naayende in 't Spin-huys Boere Broeken. Ik die van Boeren wierd genaayd, naay hier nu Boere-broeken; Wierd ik van Kees noch eens genaayl, &rsquo...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Naaien

v., naeije; (met de naald), nuddelje; (naaiwerk verrichten), skroarje; — in, binaeije; slordig aan elkaar —, gearrippe, gearpongje; overhands —, (om)slinge; slordig —, pong(el)je; met ruwe steken aan elkaar —, best(j)e.