mailen - regelmatig werkwoord
uitspraak: mee-len
1. berichten sturen via de computer
♢ik heb u gemaild wanneer de monteur kan komen
Regelmatig werkwoord: mee-len
ik mail
jij/u mailt
hij/zij mailt
wij/zij/jullie mailen
ik/jij/u/hij/zij mailde
wij/zij/jullie mailden
hij heeft gemaild
de/het/een gemailde ....
mailend, mailende
Gepubliceerd op 31-10-2017
mailen
betekenis & definitie