losraken - regelmatig werkwoord
uitspraak: los-ra-ken
1. los raken van iets waar het eerst aan vast zat
♢ het smeltende ijs raakte los van de kant
Regelmatig werkwoord: los-ra-ken
ik raak los (... ik losraak)
jij/u raakt los (... jij losraakt)
hij/zij raakt los (... hij losraakt)
wij/zij/jullie raken los (... wij losraken)
ik/jij/u/hij/zij raakte los (... ik losraakte)
wij/zij/jullie raakten los (... wij losraakten)
hij is losgeraakt
de/het/een losgeraakte ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
losraken
betekenis & definitie