leeg - bijvoeglijk naamwoord
1. waar niets in zit
♢ mijn glas is leeg
1. met lege handen staan
[hulpeloos, machteloos zijn]
2. niet ingevuld
♢ dat vakje op het formulier is nog leeg
3. aan het eind van je krachten, heel erg moe
♢ na de wedstrijd was de tennisser helemaal leeg
4. zonder geestelijke inhoud
♢ zo'n spelletjesprogramma vind ik leeg vermaak
Algemene uitdrukkingen:
1. mijn hoofd blijft leeg
[ik herinner het me niet]
Bijvoeglijk naamwoord: leeg
... is leger dan ...
het leegst
de/het lege ...
iets leegs
Synoniemen
afgepeigerd, bekaf, doodmoe, doodop, gaar, kapot, lens, open, uitgeput, uitgeteld
Tegenstellingen
opgeblazen, rond, vol
Gepubliceerd op 14-11-2017
leeg
betekenis & definitie