Wat is de betekenis van leeg?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

leeg

leeg - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder inhoud leeg - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van legen ♢ Ik leeg 2. gebiedende wijs van legen leeg! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van legen ...

2024-04-20
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Leeg

Er zijn geen goederen of emballage in de vrachtauto, oplegger of aanhanger. Bron: Eurostat manual.

2024-04-20
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Leeg

Leeg - uitgeput door de inspanning. Vgl. de pijp is leeg. Hij doet drie keer zo lang als de anderen. Ik begrijp die man niet. Straks is hij leeg en wordt hij gelost. - Tim Krabbé, De renner (1984) ​

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

leeg

leeg - bijvoeglijk naamwoord 1. waar niets in zit ♢ mijn glas is leeg 1. met lege handen staan [hulpeloos, machteloos zijn] 2. niet ingevuld ...

2024-04-20
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

leeg

Zonder vulling. Kan gezegd worden van een kleur (bv. heer-leeg-vierde bij het bezit van een heer met drie kleintjes) of van een gehele hand (bv. een ‘lege’ twaalfpunter). Zie ook: gevuld

2024-04-20
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

leeg

(bn) SP - uitgeput van zware sportieve inspanning: hij kwam leeg over de finishlijn.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

leeg

leë; leer, leegste, peen of min inhoud bevattende.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

LEEG

Laag gelegen land in de kleistreek, dat vóór de inpoldering last van hoge boezemstanden ondervond, bijv. Schillaarderleeg in Baarderadeel. Ook in Noorder-L. Een leechje’ is bijv. ook een na terpafgraving diep gelegen stuk greide.