lanceren - regelmatig werkwoord
uitspraak: lan-ce-ren
1. afschieten, de lucht in laten gaan
♢ de raket werd om drie uur gelanceerd
2. naar voren brengen
♢ het plan werd gelanceerd door de voorzitter
Regelmatig werkwoord: lan-ce-ren
ik lanceer
jij/u lanceert
hij/zij lanceert
wij/zij/jullie lanceren
ik/jij/u/hij/zij lanceerde
wij/zij/jullie lanceerden
hij heeft gelanceerd
de/het/een gelanceerde ....
lancerend, lancerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
lanceren
betekenis & definitie