lamsbout - zelfstandig naamwoord
uitspraak: lams-bout
1. vlees van het achterdeel van een lam, met of zonder been
♢ we eten vanavond lamsbout met rozemarijn
Zelfstandig naamwoord: lams-bout
de lamsbout
de lamsbouten
het lamsboutje
Gepubliceerd op 14-11-2017
lamsbout
betekenis & definitie