Wat is de betekenis van lamsbout?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lamsbout

bovenbeen van een lam. stuk vlees dat bestaat uit een bovenpoot van een lam, met bot of ontbeend, en dat meestal in zijn geheel wordt gebraden of gestoofd; bovenbeen van een lam. Voorbeelden: Smeer de lamsbout rondom in met de boter en leg hem op een rooster in een braadslee. NRC, 1993 Denk bijvoorbeeld aan Roald Dahl, die ee...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lamsbout

lamsbout - zelfstandig naamwoord uitspraak: lams-bout 1. vlees van het achterdeel van een lam, met of zonder been ♢ we eten vanavond lamsbout met rozemarijn Zelfstandig naamwoord: lams-bout de lamsbout ...

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lamsbout

m. (-en), voor- of achtervierendeel van een lam.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lamsbout

m. lamsbouten (bout v. e. lam).

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lamsbout

m. (-en), voorof achtervierendeel van een lam.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)