kruisboog - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kruis-boog
1. boog in de vorm van een kruis
♢ hij schoot drie pijlen weg met zijn kruisboog
Zelfstandig naamwoord: kruis-boog
de kruisboog
de kruisbogen
het kruisboogje
Gepubliceerd op 14-11-2017
kruisboog
betekenis & definitie