Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

krap

betekenis & definitie

krap - bijvoeglijk naamwoord

1. met weinig ruimte van zijkant naar zijkant
die jas is je veel te krap
1. krap bemeten
[van geringe afmeting]
2. met weinig speelruimte, beperkt
♢ de tijd was erg krap voor die opdracht
1. een krappe arbeidsmarkt
[met te weinig werkzoekenden]
2. iemand krap houden
[hem weinig geld geven]
3. krap bij kas zitten
[weinig geld te besteden hebben]

Bijvoeglijk naamwoord: krap
... is krapper dan ...
het krapst
de/het krappe ...

Synoniemen
bekrompen, nauw, smal

Tegenstellingen
wijd

< >