kostuum - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kos-tuum
1. broek met jasje voor mannen
♢ hij droeg een keurig kostuum
Zelfstandig naamwoord: kos-tuum
het kostuum
de kostuums
het kostuumpje
Synoniemen
pak
Gepubliceerd op 14-11-2017
kostuum
betekenis & definitie