Synoniemen zoeken
Synoniem van kostuum
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
kostuum
kostuum - stel bijeenhorende bovenkleren, zoals jasje, vest, broek, mantelpak. In informele taal: pak. Een fantasiekostuum is niet-effen. Het dessin van een krijtstreepkostuum bestaat uit smalle, lichte lengtestrepen op een donkere ondergrond. Alleen vrouwen dragen een broekpak, dat bestaat uit een pantalon en een bijpassend bovengedeelte, bijvoorbeeld een jasje of trui. Mannen dragen een herenkostuum of, zeer informeel, kloffie of klof. De rok of het rokkostuum is een herenkostuum met een zwarte jas die het lichaam tot de heupen omgeeft, maar van voren de dijen onbedekt laat. Een smoking heet ook wel dinnerjacket en bestaat uit een recht laken jasje met zijden revers, een laken broek met zijden strepen langs de naad, een wit overhemd en een dasje; het is semi-officiële gelegenheidskleding voor 's avonds. Niet-officieel is het wandelkostuum of tenue de ville, een kostuum zoals men dat aantrekt voor een wandeling. Tijdens het uitoefenen van een ambt draagt men een ambtskostuum of, formeel, een ambtsgewaad. Ruiters hullen zich in een rijkostuum of rijkleed; dat laatste is een archaïsme. De clergyman is het zwarte kostuum met een priesterboord dat in Nederland wordt gedragen door rooms-katholieke geestelijken.
Zie: combinatie, kledingstuk; uniform.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
kostuum
kostuum - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kos-tuum
1. broek met jasje voor mannen
♢ hij droeg een keurig kostuum
Zelfstandig naamwoord: kos-tuum
het kostuum
de kostuums
het kostuumpje
Synoniemen
pak