kolf - zelfstandig naamwoord
1. aar van de maïs met zaden (maïskorrels)
♢ deze kolf van de mais kun je lekker afkluiven
2. zware stok met dik uiteinde, die als wapen gebruikt kan worden
♢ hij sloeg hem met een kolf op zijn hoofd
3. breed uitlopend achterstuk van een geweer
♢ de soldaat sloeg om zich heen met de kolf van zijn geweer
4. het dikke uiteinde van een biljartkeu
♢ opa steunde met de kolf van zijn keu op de grond
Zelfstandig naamwoord: kolf
de kolf
de kolven
het kolfje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk