Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

knokken

betekenis & definitie

knokken - regelmatig werkwoord
uitspraak: knok-ken

1. elkaar aanpakken met vuisten, wapens, of andere middelen
die twee broertjes knokken veel met elkaar
2. je ergens voor inspannen
♢ hij krijgt die mooie cijfers niet cadeau, hij moet er hard voor knokken

Regelmatig werkwoord: knok-ken
ik knok
jij/u knokt
hij/zij knokt
wij/zij/jullie knokken
ik/jij/u/hij/zij knokte
wij/zij/jullie knokten
hij heeft geknokt
knokkend, knokkende

Synoniemen
kampen, matten, strijden, vechten
Tegenstellingen
capituleren, overgeven