klepel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kle-pel
1. peervormige staaf die in een klok hangt en bij het luiden tegen de wand slaat
♢ de klepel in deze klok veroorzaakt een indrukwekkend geluid
1. een goede klepel hebben
[veel kletsen]
2. hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
Zelfstandig naamwoord: kle-pel
de klepel
de klepels
het klepeltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
klepel
betekenis & definitie