Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

kies

betekenis & definitie

kies - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

1. fijn van gevoel
♢ het is niet erg kies om te vloeken in gezelschap

1. achterste grote tand waarmee je voedsel kauwt
♢ de baby heeft wel tanden, maar nog geen kiezen
1. ik heb net een stuk taart achter de kiezen
[ik heb het net op]
2. hij krijgt heel wat voor zijn kiezen
[heel wat te verwerken]
3. dat kan in mijn holle kies
[dat is wel erg weinig]
4. iets achter de kiezen hebben
[doorstaan, meegemaakt hebben]
5. kiezen op elkaar!
[aanmoediging om iets zonder klagen te ondergaan]

Bijvoeglijk naamwoord: kies
de/het kiese ...

Zelfstandig naamwoord: kies
de kies
de kiezen
het kiesje

< >