Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

kei

betekenis & definitie

kei - zelfstandig naamwoord

1. rondachtig stuk natuursteen
♢ de jongens gooiden vanaf de brug een kei op de auto
1. iemand op de keien zetten
[hem ontslaan, of uit zijn huis zetten]
2. zo hard als een kei
[heel erg hard]
3. iemand van de kei snijden
[genezen van zijn gekte]
4. men kan van de kei geen vel afstropen
[geen geld krijgen van iemand die niets heeft]
2. iemand die ergens heel goed in is
♢ hij is een kei in wiskunde
3. vierkante steen die voor bestrating gebruikt wordt
♢ we hobbelden met onze fietsen over de Belgische keien
1. op de keien staan
[geen werk en inkomen meer hebben]

Zelfstandig naamwoord: kei
de kei
de keien
het keitje