Wat is de betekenis van Kei?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kei

1) (1982) (jeugd) als voorvoegsel gebruikt ter versterking: 'keigaaf feest'. In Amsterdam en Utrecht vaak ironisch gebruikt door pseudo-intellectuelen: 'Hoe was je lunch in de kantine? Keilekker zeker?' Kijk ook onder: keibere* en keineig*. • Oom Cor trok van zijn kant drie snipperdagen uit om het welkom van Armemarie tot in zijn tenen te kunn...

2024-03-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Kei

Friese naam. Vleivorm uit de kindertaal van verschillende Friese namen, bijvoorbeeld Gerrit/Gjerryt, Cornelis (zie Key) of Nicolaas (zie Kaeye).

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kei

kei - Zelfstandignaamwoord 1. een brok gesteente Er spatte een keitje op en de voorruit barstte uiteen in gruzelementen. 2. (informeel) iemand die bijzondere prestaties levert Hij is daar echt een kei in. Uitdrukkingen en gezegden ...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kei

kei - zelfstandig naamwoord 1. rondachtig stuk natuursteen ♢ de jongens gooiden vanaf de brug een kei op de auto 1. iemand op de keien zetten [hem ontslaan, of uit zijn huis zetten] ...