kabbelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: kab-be-len
1. stromen met kleine golfjes
♢ het water kabbelde langs de oever
Regelmatig werkwoord: kab-be-len
ik kabbel
jij/u kabbelt
hij/zij kabbelt
wij/zij/jullie kabbelen
ik/jij/u/hij/zij kabbelde
wij/zij/jullie kabbelden
hij heeft gekabbeld
kabbelend, kabbelende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk