kaatsen - regelmatig werkwoord
uitspraak: kaat-sen
1. balsport waarbij je met je hand een bal wegslaat
♢ hij houdt erg van kaatsen
Regelmatig werkwoord: kaat-sen
ik kaats
jij/u kaatst
hij/zij kaatst
wij/zij/jullie kaatsen
ik/jij/u/hij/zij kaatste
wij/zij/jullie kaatsten
hij heeft gekaatst
de/het/een gekaatste ....
kaatsend, kaatsende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk