Wat is de betekenis van kaatsen?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kaatsen

(2020) (straattaal) copuleren, neuken. • Van weinig woorden bestaan zo veel synoniemen als van de geslachtsdaad. Een greep, op alfabetische volgorde: beminnen, bibberen, bijslapen, bonken, cohabiteren, dreutelen, een beurt geven, een punt zetten, emmeren, fleppen, flensen, het doen, ketsen, kieren, minnen, naaien, neuken, nemen, pakken, palen,...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kaatsen

kaatsen - Werkwoord 1. (inerg) (sport) een (vooral in Friesland beoefende) balsport spelen waarbij twee teams met de hand een balletje naar de tegenpartij slaan en daarbij op bepaalde manieren punten kunnen scoren 2. ergatief een min of meer elastische botsing ondergaan De bal kaatste via de paal in...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kaatsen

kaatsen - regelmatig werkwoord uitspraak: kaat-sen 1. balsport waarbij je met je hand een bal wegslaat ♢ hij houdt erg van kaatsen Regelmatig werkwoord: kaat-sen ik kaats jij/u kaatst...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

kaatsen

(onov ww; kaatste; h. gekaatst) GY - terugspringen, terugveren, een manier van bewegen waarbij het lichaamsdeel met grotere snelheid van het aanrakingsvlak terugkeert dan het erheen wordt gebracht, bv. afzetten vanaf de minitramp of in handstand recht omhoog veren (kaatsen) op de trampoline. • Een weerkaatsbeweging van de armen of benen wordt door...