invoer - zelfstandig naamwoord
uitspraak: in-voer
1. het in het land brengen
♢ in de winter is de invoer van tomaten uit het zuiden groot
2. het inbrengen van gegevens in de computer
♢ door de beveiliging is geen invoer van nieuwe data meer mogelijk
Zelfstandig naamwoord: in-voer
de invoer
Synoniemen
import, input
Tegenstellingen
export, output, uitvoer
Gepubliceerd op 14-11-2017
invoer
betekenis & definitie