winter - zelfstandig naamwoord
uitspraak: win-ter
1. het koudste jaargetijde, van 21 december tot 21 maart
♢ in de winter ligt er vaak sneeuw
1. 's winters
[in de winter]
2. van de winter
[de komende of de afgelopen winter]
Zelfstandig naamwoord: win-ter
de winter
de winters
het wintertje
Tegenstellingen
zomer
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk