instemmen - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-stem-men
1. het ermee eens zijn
♢ iedereen stemde in met het voorstel
Regelmatig werkwoord: in-stem-men
ik stem in (... ik instem)
jij/u stemt in (... jij instemt)
hij/zij stemt in (... hij instemt)
wij/zij/jullie stemmen in (... wij instemmen)
ik/jij/u/hij/zij stemde in (... ik instemde)
wij/zij/jullie stemden in (... wij instemden)
hij heeft ingestemd
instemmend, instemmende
Synoniemen
goedkeuren
Tegenstellingen
afkeuren, veroordelen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk