instemmen
...
Wiktionary (2019)
instemmen - Werkwoord 1. (inerg) het eens zijn Woordherkomst samenstelling van in(bijwoord) en stemmen(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
instemmen - regelmatig werkwoord uitspraak: in-stem-men 1. het ermee eens zijn ♢ iedereen stemde in met het voorstel Regelmatig werkwoord: in-stem-men ik stem in (... ik instem) j...
Van Dale Uitgevers (1950)
(stemde in, heeft ingestemd), (eig.) met de stem invallen, zijn stem met andere verenigen; — (fig.) met iem. instemmen, met hem van hetzelfde gevoelen zijn ; — met iets instemmen, zich aansluiten bij, zich eens verklaren met: ik stem geheel in met wat de vorige spreker heeft gezegd; — (veroud.) erkennen, toege...
M. J. Koenen's (1937)
stemde in, h. ingestemd (1 met iem., die een zang, een lied aanheft, meezingen; 2 te kennen geven, dat men het met iem. eens is; 3 ‘t met iets, iem. eens zijn): 1. hij stemm’ met ons het godgevallig feestlied in; 2. al de aanwezigen stemden met hem in; 3. hij verklaarde, dat hij geheel met hem instemde.
Jozef Verschueren (1930)
('in) (stemde in, heeft ingestemd) 1. zijn stem met (een) andere stem(men) verenigen, laten medeklinken: met iemand een lied -. 2. het eens zijn: met iemand -. 3. zich er bij aansluiten: met een leer -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(stemde in, heeft ingestemd), (eig.) met de stem invallen, zijn stem met andere verenigen; (fig.) met iemand -, met hem van dezelfde mening zijn; met iets —, zich aansluiten bij, zich één verklaren met: ik stem niet in met wat hij daar beweert.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: