inleggen

betekenis & definitie

inleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-leg-gen

1. laten gebruiken bij een spel
♢ hij legde 5 euro in
2. in potten doen om lang te kunnen bewaren
♢ we legden augurken en bonen in
3. er figuren in snijden en die ergens mee opvullen
♢ de tafel had een met mozaïek ingelegd blad

Regelmatig werkwoord: in-leg-gen
ik leg in (... ik inleg)
jij/u legt in (... jij inlegt)
hij/zij legt in (... hij inlegt)
wij/zij/jullie leggen in (... wij inleggen)
ik/jij/u/hij/zij legde in (... ik inlegde)
wij/zij/jullie legden in (... wij inlegden)
hij heeft ingelegd
de/het/een ingelegde ....