imiteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: i-mi-te-ren
1. iets hetzelfde doen als iemand anders
♢ zij kan prachtig de koningin imiteren
Regelmatig werkwoord: i-mi-te-ren
ik imiteer
jij/u imiteert
hij/zij imiteert
wij/zij/jullie imiteren
ik/jij/u/hij/zij imiteerde
wij/zij/jullie imiteerden
hij heeft geïmiteerd
de/het/een geïmiteerde ....
imiterend, imiterende
Synoniemen
nabootsen, nadoen
Gepubliceerd op 14-11-2017
imiteren
betekenis & definitie