imker - zelfstandig naamwoord
uitspraak: im-ker
1. iemand die bijen houdt en honing oogst
♢ we hebben honing gekocht bij de imker
Zelfstandig naamwoord: im-ker
de imker
de imkers
het imkertje
Synoniemen
bijenhouder
Gepubliceerd op 14-11-2017
imker
betekenis & definitie