Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

huur

betekenis & definitie

huur - zelfstandig naamwoord

1. wat je betaalt om iets te mogen gebruiken
zij huurt dat huis van een makelaar
1. de kale huur
[waar gas en licht niet bij horen]
2. afspraak die je maakt om iets tegen betaling te mogen gebruiken
♢ er werd een huurcontract opgesteld
1. te huur
[je kunt het huren]
2. de huur opzeggen
[zeggen dat een huurder weg moet]

Zelfstandig naamwoord: huur
de huur
de huren
het huurtje