huiselijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: hui-se-lijk
1. wat een aangename sfeer heeft
♢ ze heeft de kamer erg huiselijk ingericht
2. wie graag thuis is
♢ hij is een huiselijk type
3. wat met het gezin of met het huishouden te maken heeft
♢ de huiselijke bezigheden zijn voor haar rekening
1. de huiselijke vrede
[de rust in huis]
Bijvoeglijk naamwoord: hui-se-lijk
... is huiselijker dan ...
de/het huiselijke ...
iets huiselijks
Synoniemen
gemoedelijk, genoeglijk, gezellig, knus, prettig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk