Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

sfeer

betekenis & definitie

sfeer - zelfstandig naamwoord

1. hoe het voelt om je heen
♢ de sfeer in dat gezin is erg plezierig
1. in de persoonlijke sfeer
[waar anderen niet mee te maken hebben]
2. dat ademt een sfeer uit van ...
[geeft een gevoel, een indruk van ...]
3. iets in de persoonlijke sfeer trekken
[doen alsof andere personen er schuld aan hebben]
4. in hoger sferen zijn
[dromerig zijn]
2. gebied dat de aarde omgeeft
♢ de hemel bevindt zich in hogere sferen
3. geheel van ideeën en gevoelens
♢ in dat gezin heerst een intellectuele sfeer
4. wat aangenaam en behaaglijk aanvoelt
♢ er is veel sfeer in hun nieuwe woning
1. gebrek aan sfeer
[wat niet gezellig aanvoelt]

Zelfstandig naamwoord: sfeer
de sfeer
de sferen
het sfeertje

Synoniemen
atmosfeer, gezelligheid, stemming