zet - zelfstandig naamwoord
1. met de hand opzij verplaatsen
♢ als je die paal een zet geeft, valt hij zo om
1. iemand een zetje in de goede richting geven
[hem helpen]
2. het verplaatsen van een stuk op een dam- of schaakbord
♢ bij de tiende zet was al duidelijk wie er won
1. een goede zet
[slimme daad, of rake opmerking]
2. aan zet zijn
[aan de beurt zijn]
Zelfstandig naamwoord: zet
de zet
de zetten
het zetje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk