Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

haken

betekenis & definitie

haken - regelmatig werkwoord
uitspraak: ha-ken

1. handwerk met een haaknaald
zijn heeft een leuke muts gehaakt
2. het eraan hangen
ik haakte de handdoek aan het haakje
3. er onbedoeld aan vast komen te zitten
♢ ik ben aan die splinter blijven haken
4. er hevig naar verlangen
♢ hij haakte naar een compliment

Regelmatig werkwoord: ha-ken
ik haak
jij/u haakt
hij/zij haakt
wij/zij/jullie haken
ik/jij/u/hij/zij haakte
wij/zij/jullie haakten
hij heeft gehaakt
de/het/een gehaakte ....
hakend, hakende