grissen - regelmatig werkwoord
uitspraak: gris-sen
1. snel pakken en naar je toe halen
♢ hij griste het pakje uit haar handen
Regelmatig werkwoord: gris-sen
ik gris
jij/u grist
hij/zij grist
wij/zij/jullie grissen
ik/jij/u/hij/zij griste
wij/zij/jullie gristen
hij heeft gegrist
Gepubliceerd op 14-11-2017
grissen
betekenis & definitie