Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

goud

betekenis & definitie

goud - zelfstandig naamwoord

1. geelgekleurd duur metaal
ze droeg een ring van goud
1. zo eerlijk als goud
[erg eerlijk]
2. voor geen goud ga ik de straat op
[ik durf het echt niet]
3. het is niet alles goud wat er blinkt
[laat je niet misleiden door de mooie buitenkant]
4. zijn gewicht in goud waard zijn
[heel waardevol zijn]
5. een hart van goud hebben
[goed zijn voor alles en iedereen]
6. iets voor geen goud willen missen
[beslist niet]
7. vloeibaar goud
[aardolie]
8. spreken is zilver, zwijgen is goud
[soms is het beter om niets te zeggen]
9. de morgenstond heeft goud in de mond
[als je vroeg opstaat, dan heb je daar voordeel van]

Zelfstandig naamwoord: goud
het goud